Waar hebben vluchtelingen in Zeist behoefte aan? En hoe kunnen wij, door onze krachten te bundelen, hierop inspelen? Deze vragen stonden centraal tijdens de bijeenkomst die voortkwam uit het Prinsjesdagontbijt van GIDSNetwerk Zeist. Zo'n 25 mensen van 15 verschillende organisaties waren aanwezig. Daarnaast enkele vluchtelingen, die momenteel in het AZC zitten, wachtend op een status en enkelen die onlangs in Zeist een woning toegewezen hebben gekregen. GroenLinks was met twee fractieleden en een bestuurslid vertegenwoordigd.

De lange reis van een vluchteling in Nederland

Er is veel tijd besteed aan het helder krijgen van de situatie. Een vluchteling maakt vanaf het moment dat hij in ons land komt tot het moment dat hij zich gevestigd heeft in een woning een lange reis door met verschillende stadia: van noodopvang naar AZC. In het AZC wachtend op een status, daarna wachtend op een woning. Vanaf het moment dat een woning is toegewezen, kan de vluchteling pas gaan werken aan inburgering en een bestaan gaan opbouwen. Dat begint met het leren van de Nederlandse taal en vervolgens het vinden van werk. In al die stadia heeft hij andere behoeften. In sommige behoeften kan worden voorzien, in andere niet of niet in voldoende mate.

Groei van asielzoekers en woningzoekenden

Daar komt bij dat het aantal vluchtelingen in de nabije toekomst fors gaat toenemen. In het AZC, waar nu ongeveer 350 asielzoekers verblijven, zullen nog eens 650 asielzoekers worden opgevangen. Daarnaast zal het aantal vluchtelingen dat in Zeist een woning krijgt toegewezen, stijgen van 100 naar 200 per jaar. We moeten dus niet alleen stilstaan bij wat vandaag nodig is, maar ook bij de vraag van morgen.

Vluchtelingen aan het woord

De aanwezigheid van vluchtelingen was voor de bijeenkomst van grote waarde. De vluchtelingen in het AZC vertelden dat het leven van een vluchteling, in afwachting van een status, bijzonder zwaar is. Verveling is een groot probleem. Vluchtelingen zonder status hebben nog geen recht op Nederlandse les. Als ze iets willen ondernemen, is de steun van het COA minimaal. Een activiteitenprogramma zou zeer welkom zijn, maar ze geven ook aan dat de groep zeer divers is. Een deel van de vluchtelingen is mentaal zo bezig met het verkrijgen van een status, dat ze eigenlijk tot niets is staat zijn. Een aantal van hen is zo radeloos, dat ze liever dood zouden zijn. Soms duurt het wel twee jaar voor iemand duidelijkheid heeft. Opvallend is ook dat de vluchtelingen zich op geen enkele manier georganiseerd hebben. Er is geen vertegenwoordigend orgaan en er staan klaarblijkelijk ook geen natuurlijke leiders op die het voor de groep opnemen.

Een stichting als spreekbuis

Vluchtelingen die een woning toegewezen hebben gekregen, hebben niet minder zorgen. Ze moeten hun huis inrichten, maar er is zoveel vraag naar tweedehands meubilair dat de prijzen bij de kringloopwinkel gestegen zijn. De weggeefwinkel heeft te weinig. Ook is het budget waarvan ze rond moeten komen minimaal: "ik krijg €900,- uitkering, maar de huur is bijna €700,-" vertelde één van hen. Met hulp van iemand van Vluchtelingenwerk, zelf een voormalig vluchteling, zijn deze mensen bezig met het oprichten van een stichting. Die kan als spreekbuis dienen voor deze groep en kan een coördinerende rol kan spelen bij het regelen van voorzieningen en ondersteuning.

Begrip voor het COA

Alhoewel dus zowel door asielzoekers als door statushouders de nodige problemen worden gemeld, is er ook begrip voor de beperkte capaciteit van het COA. Het zou van grote waarde zijn als er met het COA een vorm van samenwerking tot stand zou kunnen komen. Eén van de afgesproken acties is dan ook om met het COA hierover in gesprek te gaan. Daarnaast willen de aanwezigen graag meewerken aan de oprichting van de genoemde stichting door asielzoekers, onder andere door het aanbieden van een werkruimte.

Motie dialoog aangenomen

Goed nieuws is dat de gemeenteraad dezelfde avond de motie om een dialoog te organiseren tussen voor- en tegenstanders van de opvang van meer vluchtelingen unaniem heeft aangenomen