De fractie van GroenLinks heeft begrepen dat het college van B&W toestemming heeft gegeven aan de woningcorporaties om een deel van hun vrijkomende sociale huurwoningen toe te wijzen via een systeem van loting. Dit zou moeten gaan om maximaal 20 % van de vrijkomende huurwoningen. De overige woningen blijven toegewezen worden via het "oude" systeem, dat gebaseerd is op inschrijvingsduur.
Deze koersverandering komt aan de vooravond van de behandeling van de woonvisie, het gemeentelijk beleidsstuk dat de kaders geeft hoe we in Zeist met woonruimte om gaan. Zeker in dat licht bezien is het moment van invoeren van een lotingssysteem verrassend.
GroenLinks wil onder meer de beweegredenen van het college weten en heeft daartoe onderstaande vragen gesteld.

Schriftelijke vragen 37 RvO

Datum: 9 januari 2013

Vragensteller: Ronald Camstra ( GroenLinks )

Onderwerp: Woonruimteverdeling via loting in Zeist

 

VRAGEN:

1 Klopt het dat het College de woningcorporaties toestemming heeft gegeven om vanaf 1 januari 2013 tot 20 procent van de vrijkomende sociale huurwoningen in Zeist niet langer op basis van inschrijvingsduur, maar via loting toe te wijzen?

2 Ziet het College een dergelijke wijziging als ‘uitvoering’ of als een ‘beleidswijziging’? Waarom?

3 Waarom is de Raad niet vooraf geïnformeerd over deze verandering?

4 Heeft het College kennis genomen van de evaluatie van het experiment in Nieuwegein, waarin eveneens een jaar lang 20 procent van de woningen via loting zijn verdeeld?

5 Hoe beoordeelt het College de uitkomsten van het evaluatieonderzoek uit Nieuwegein (en dan met name de conclusies dat door loting het aantal vestigers van buiten toeneemt, de verhuisketens korter worden en de doorstroming verslechtert) in het licht van het coalitieakkoord, dat de doorstroming juist wil verbeteren?

6 Waarom heeft het College gekozen voor een losstaande ad-hoc invoering van deze verandering en is het niet meegenomen in het lopende traject van een integrale afweging bij de nieuwe woonvisie?


ANTWOORD