Op donderdag 25 april vond het debat over de woonvisie plaats. GroenLinks vindt dat dit eigenlijk geen visiestuk is, maar dat het meer een overlevingsstrategie is, waarin voor het overgrote deel verstandige keuzes worden gemaakt in een tijd waarin de woningmarkt vast zit en er over een groot aantal zaken vooralsnog grote onduidelijkheid is. GroenLinks wil het voorliggende plan op een aantal punten bijstellen, zoals de ambities wat betreft verduurzaming van met name de bestaande woningvoorraad en zal wijzigingsvoorstellen indienen met betrekking tot de gemeentelijke woningbouwfondsen. Onderstaand de volledige bijdrage van GroenLinks aan het debat.

Het raadsvoorstel draagt de naam Woonvisie, maar dekt dit de lading wel ? GroenLinks stelt zich bij een visie toch wel wat anders voor. Visie is waar je heen wil, hoe je tegen dingen aankijkt, gaat uit van idealen en vergezichten, visie hoort bij de langere termijn. Het is idealiter de basis voor je beleid, en is in die zin dus proactief.

Het voorliggende voorstel is vooral reactief: hoe kunnen we als gemeente inspelen op de ontstane wooncrisis, wat lijken verstandige maatregelen die we lokaal kunnen nemen ? De doorlooptijd van dit beleidstuk is slechts een paar jaar, en houdt zich bezig met de korte termijn.

Gezien de turbulente tijden waarin de woonmarkt zich bevindt kan mij fractie zich goed voorstellen dat we nu even niet met mooie vergezichten bezig zijn, en dat de harde realiteit van dit moment vooralsnog het kader aangeeft van hoe we in Zeist met de schaarser wordende woonmiddelen om gaan. Maar in een tijd waarin je blij moet zijn wanneer iemand nog bereid is om te bouwen, moet je ook erg oppassen dat je niet je hele beleid gaat ophangen aan die paar kruimels.

Wat ons betreft wordt er al komend jaar een nieuw traject gestart om weer tot een werkelijke visie te komen. En laat het dan ook weer een echte woonvisie worden, want wonen is meer dan welke huizen gaan we bouwen.

Wellicht is er dan meer zicht op woningmarkt, is duidelijk welke werkelijke rust de halfslachtige ingreep met betrekking tot de hypotheekrenteaftrek teweeg heeft gebracht binnen de onroerendgoedmarkt en zal mogelijk duidelijk zijn wat de gevolgen zijn van de maatregelen die genomen zijn met betrekking tot de corporaties. En het is nog maar de vraag of het dan allemaal wel zoveel rooskleuriger is dan nu.

GroenLinks kan in grote lijnen leven met het voorliggende stuk, maar heeft wel een aantal zorgen. Zorgen die er wellicht toe kunnen leiden dat we mogelijk amendementen en moties zullen indienen. 

De wachttijd voor startende woningzoekenden loopt op, terwijl de bouwproductie stagneert en de sociale woningvoorraad krimpt door verkoop en overheveling naar duurdere huursegmenten.  Het zijn de woningzoekenden met de krappe beurs, die het minste aan keuzemogelijkheid hebben en deze mensen lijken steeds meer in de knel te komen wat betreft hun woonmogelijkheden. Inmiddels is hun slaagkans gezakt van 22 naar 14 % . En dan wordt er ook nog een deel van de woningen verloot. Daar hebben wij grote moeite mee, een dak boven het hoofd  is veel te belangrijk om het via willekeur te verdelen. Daarnaast wijst het experiment in Nieuwegein uit dat de verhuisketen korter wordt en de doorstroming dus verslechtert.

Sommige fracties is deze raad willen een soort van hek plaatsen en alleen nog maar voor Zeistenaren bouwen. Dat vinden wij geen goede gedachte. Wie GroenLinks gevolgd heeft in de achterliggende periodes weet dat wij de zowel de woonproblematiek, als de oplossingen daarvoor als een regionale uitdaging zien. Het opent daarnaast ook mogelijkheden voor Zeistenaren om zich elders in de regio te vestigen als zij dat willen.

Het nemen van energiebesparende maatregelen in de bestaande woningvoorraad komt nog onvoldoende van de grond. Naar de mening van GroenLinks moeten daar veel scherpere afspraken over komen met de corporaties. De energiecomponent van de woonlasten gaat immers een steeds belangrijker rol spelen. Op blz 21 worden slechts een aantal regels in algemene zin gewijd aan de verduurzaming van woningen in de koopsector, terwijl dit om de grootste groep woningen gaat.       Dit is echt zo’n passage waarin duidelijk wordt dat we niet met een echte visie te maken hebben.

Wat betreft de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad overweegt GroenLinks de indiening van een amendement, met als doel hier veel meer ambitie in te leggen.

Starters krijgen in het stuk veel aandacht, maar vrijwel alleen in combinatie met goedkope koop. Combineer jongeren aan het herbestemmen van leegstaande kantoorruimte, dat onderdeel staat er nu heel mager in (p. 28). Jongeren zijn best te porren voor onorthodox wonen, loftwonen, klusblokken etc, daar is meer uit te halen. Dit is ook een groep waaraan je kan denken bij het herbestemmen van leegstaande kantoorruimte.

Bestaande fondsen wil het college samenvoegen en herbestemmen, deels voor “knelpunten” en deels voor “startersleningen”. De zorgvuldig opgebouwde fondsen worden in een korte tijd opgesoupeerd. Daar hebben wij grote moeite mee.

Ook  vinden wij de  omschrijving “knelpunten” veel te breed, dat kunnen ook onverkochte appartementen van 6 ton zijn. Dit geld is bedoeld voor sociale woningbouw en daar is het hard genoeg voor nodig. In startersleningen stoppen vinden wij geen goede optie, je kunt beter woningen goedkoper opleveren hiermee.

Zoals het er nu staat kunnen wij er niet goed mee uit te voeten. Temeer ook omdat een deel van de oorspronkelijke fondsen revolverend was. Dat karakter willen wij op zijn minst voor een deel van het nieuwe fonds behouden. Op dit punt overweegt GroenLinks het indienen van een tweetal amendementen: één om de fondsen te behouden waarvoor ze bedoeld zijn ( en dus niet voor beleggers ) en een tweede om het revolverende karakter te borgen.

Afrondend komt GroenLinks tot de slotsom, dat we niet te maken hebben met een woonvisie, maar met een strategie om de komende onzekere jaren op het vlak van wonen met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen. Je kan dus spreken van een “overlevingsstrategie”. Met een paar aanpassingen is dat een verstandige keuze voor de komende tijd.                

Maar we moeten komend jaar fluks aan de slag met een werkelijke woonvisie, die verder gaat dan crisismanagement en die zo goed in elkaar moet zitten dat hij bestand is tegen mindere tijden.          Want dat is een kenmerk van wérkelijke visie.