Op donderdag 11 juni vond het debat plaats over de evaluatie van de WMO plaats. GroenLinks vond het een magere evaluatie en vindt dat er bij een volgende evaluatie meer ambitie mag zijn.
Daarnaast is toegankelijkheid voor GroenLinks een centraal begrip binnen de WMO. In al haar facetten. Wat we daar mee bedoelen leest u aan de onderstaande debatbijdrage van raadslid Laura Hoogstraten.
Bijdrage GroenLinks aan het debat van 11 juni 2009 bij het raadsvoorstel: Evaluatie Wmo
We zien een klant tevredenheidcijfer van 7,4 voor de uitvoering van de basisvoorzieningen. Een goed cijfer, wat ook de indruk van GroenLinks bevestigt. De Wmo is na de eerste stap van de invoering van de basisvoorzieningen in ontwikkeling. We zien dat het college dit met zorgvuldigheid en met oog voor de klant doet. Er is een vlotte afhandeling en een klantgerichte benadering, dat zien we ook terug in de reactie van de wethouder op alle problemen die laatste tijd zijn ontstaan rondom Vitras en Charim. Wij hebben er dan ook vertrouwen in dat de overgang per 1 juli voor deze mensen soepel verloopt en dat men de eigen vertrouwde hulp kan houden.
Mantelzorgers en vrijwilligers.
Net als de andere partijen hebben wij ook een prestatieveld wat we graag extra eruit willen lichten. Naast de gezinscoach waar de PvdA en het CDA al de aandacht voor hebben gevraagd vinden wij Mantelzorgers belangrijk. De verdere uitvoering en stappen die zijn gezet met betrekking tot dit prestatieveld zijn bemoedigend. Goed te zien dat onze motie voor het Mezzo-abonnement wordt uitgevoerd en ook helpt: 153 nieuwe abonnementen! Goed te zien dat er een eerste stap is gezet in het registreren van Mantelzorgers: 170.
Dat brengt me bij de evaluatie zoals deze nu is opgezet, het is een magere evaluatie. Bijvoorbeeld: wat doen we nu verder met het aantal registraties voor Mantelzorgers? Wordt de doelstelling nu per jaar 20 nieuwe registraties erbij?
We hebben hierover ook een schrijven ontvangen over de evaluatie van het prestatieveld huiselijk geweld. Hierin werd ook aangegeven dat het prima is om te weten dat er 42 aanmeldingen zijn gedaan van huiselijk geweld, maar interessanter is de vraag wat er met deze aanmeldingen is gedaan. GroenLinks vind dat een volgende evaluatie niet alleen een kwantitatieve, maar ook een kwalitatieve en een zelfevaluatie moet zijn.
Een manier hiervoor zou kunnen zijn prestatieveld 5: toegankelijk Zeist. De doelstelling: het bevorderen van deelname aan het maatschappelijke verkeer, van mensen met een beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal probleem. Dit onderdeel wordt verder uitgewerkt in Wisselspoor, maar ook in die uitwerking is het veel te beperkt. Eigenlijk zou het moeten zijn: het bevorderen van deelname aan het maatschappelijke verkeer. Punt.
Is dit niet de essentie van de Wmo? In al zijn facetten? Het opheffen van belemmeringen met hulp, hulpmiddelen, steun van familie en de gemeente als vangnet. Maar ook de mogelijkheid krijgen om uiteindelijk zonder hulp of vangnet, zover als dat kan, te kunnen deelnemen. Emancipatie en preventie vallen hier ook onder. En vooral in communicatie die je begrijpt. (De verschillende projecten in de Wmo worden ingezet op mensen van gemiddeld niveau, daarmee mis je de groep die onder dat niveau zit.)
Bijvoorbeeld bij de uitvoering van de omgangsregels, Spreek Nederlands: zou in ieder geval aan bod moeten komen dat iedereen ook de kans krijgt om Nederlands te leren spreken, daar valt dan het inburgeringprogramma onder.
We dagen het college uit om alle prestatievelden binnen prestatieveld 5: toegankelijk Zeist vorm te geven. Nu zijn per prestatieveld een aantal uitvoeringsprojecten ondergebracht, maar eigenlijk moet dit andersom. Per project zouden alle prestatievelden te zien moeten zijn, waarmee je een toegankelijke samenleving bevordert.
Laura Hoogstraten, Raadslid GroenLinks
voor het volledige raadsvoorstel, klik hier