Tijdens de raadsvergadering van dinsdag 17 april vond de besluitvorming plaats over de woonvisie voor de komende jaren. Een belangrijk kaderstellend stuk, waarin o.a. wordt aangegeven voor welke groepen we woningen in Zeist gaan bouwen en in welke verhouding de te bouwen woningen verdeeld zijn naar prijsklasse en huur/koop-woningen. Maar er staan ook dingen in over de sociale functie van het wonen, duurzaamheid en andere belangrijke zaken die met wonen te maken hebben. Onderstaand de bijdrage van Peter Spoelstra, namens GroenLinks, aan deze laatste fase van behandeling; een uitgebreide stemverklaring waarom GroenLinks akkoord gaat met de woonvisie en de aankondiging van een paar moties betreffende de uitwerking van de woonvisie: een motie over het bevorderen van doorstroming, een motie over het toepassen van Maatschappelijk Gebonden Eigendom e.d. en een motie over het goed meten van het effect van het beleid.

Inleiding

Voor ons ligt het voorstel om de Woonvisie 2006 - 2010 vast te stellen. De woonvisie, met bijbehorende opleggende notitie, gaat over mensen om te kunnen wonen. De woonvisie gaat over de keuzemogelijkheden van de inwoners van Zeist. In deze stemverklaring willen we aangeven wat we, na inspraak en discussie, van de Woonvisie 2006 - 2010 vinden en wat we op het terrein van de Volkshuisvesting nog beter willen.

Kunnen wonen

In de afgelopen jaren is er te weinig terechtgekomen van een doeltreffend woningbouwbeleid. Dat geldt voor zowel de middenklasse als voor de sociale sector. Aan de oplopende wachttijden voor een nieuwe of een andere woning is te zien dat er onvoldoende woonruimte beschikbaar is gekomen voor de vele woningzoekenden. Het zal je maar gebeuren dat je jaren bezig bent om woonruimte te zoeken en dat dan iemand in de krant schrijft dat je alleen maar zogenaamd bestaat. We hebben te maken met een inhaalslag. Met de woonvisie kiezen we voor de bouw van gemiddeld 200 woningen per jaar over een periode van 4 jaar, waarover de visie gaat. De woonvisie laat ook de planning zien om tot 2015 zo’n 200 woningen per jaar te kunnen bouwen. We kunnen ons in beide vinden, temeer dat er in 2010 een evaluatiemoment is ingelast.

Kunnen kiezen

De woonvisie gaat ook over het kunnen kiezen. GroenLinks is daarom voor een regionaal volkshuisvestingsbeleid. Dat resulteert in de mogelijkheid om ook te kiezen voor een woning in een andere plaats van onze regio. De consequentie daarvan is wél dat mensen uit de regio kunnen kiezen voor de gemeente Zeist. Het regionaal beleid resulteert in iets meer mensen uit de regio die zich in Zeist gaan vestigen dan Zeistenaren die kiezen om elders in de regio te gaan wonen. We vinden dat alleen acceptabel als de andere gemeenten zich aan de afspraken in het BRU houden.

Bouwen

Ik wil bij de woonvisie niet te veel kwijt over het bouwen. Daar komen we in de bouwvisie nog op. Ik wil nog wel even kwijt dat er over het bouwen zo vaak zoveel onzin is verkondigd, dat zelfs Milieudefensie schrijft dat Zeist 2000 woningen in de bossen zou willen bouwen. Het gaat wat ons betreft alleen over bouwen binnen de rode contouren. Daar vallen ook de gebouwen van de verzorgingsector onder en de militaire bebouwingen. (in het jargon de GOK-locaties genoemd). Daarbij moet de kanttekening worden geplaatst dat we een voorstander zijn van de groene ruilverkaveling tussen het Kamp van Zeist en het vierde kwadrant. Dat betekent een betere locatie voor groen en een betere locatie voor het wonen en een positief saldo voor het groen qua oppervlak, zowel bruto als netto.

Andere mogelijkheden

Wat ons betreft zou de woonvisie meer in moeten gaan op beleid zoals doorstroming, om ook op die manier meer woonruimte beschikbaar te krijgen voor de woningzoekenden. Het lijkt wel of bouwen het enige antwoord is op de problemen in de Volkshuisvesting. Dan worden niet alle mogelijkheden om tot een effectief huisvestigingsbeleid te komen voldoende uitgebuit. De belangrijkste daarvan is beleid om scheefwonen te beperken. Een beleid om scheefwonen te beperken heeft wel degelijk zin. Uit de cijfers blijkt dat we een erg hoog percentage aan scheefwoners hebben. Die moeten uit hun huis gelokt kunnen worden door drempels weg te nemen en door een aantrekkelijk alternatief te kunnen bieden. Dat is voor GroenLinks een belangrijke reden om in de middensector te bouwen. We moeten er dan wél voor zorgen dat die woningen ook voor de middensector beschikbaar blijven. Daarom vinden we een instrument als Maatschappelijk Gebonden Eigendom zo belangrijk.

Investeren

Volkshuisvesting is belangrijk. We investeren er veel in. Niet alleen in aandacht en uren maar ook in direct geld. Het investeren in een beleid van “rechtwonen” is een heel effectieve manier van investeren in de volkshuisvesting. Het effect daarvan is met de huidige middelen die ons van dienst zijn echter niet of moeilijk te meten. We dienen daarom een motie in om tot goedgedefinieerde parameters te komen zodat de doeltreffendheid van het volkshuisvestigingsbeleid kan worden bepaald anders dan alleen het aantal gebouwde woningen. Daardoor kan er beter gerapporteerd worden en kunnen wij onze kaderstellende en onze controlerende rollen beter uitvoeren.

Aanvullend beleid

We hebben meer beleid nodig dan nu in de Woonvisie staat aangegeven. In een aantal moties zullen we vragen om dat aanvullend beleid verder te ontwikkelen. De ene gaat over een beleid betreffende Maatschappelijk Gebonden Eigendom, de andere gaat over het ontwikkelen van een actief beleid tegen scheefwonen. Ik stel voor om deze moties en de andere motie betreffende de kengetallen apart aan de orde te stellen.

Samenvattend

Om de achterstand in de volkshuisvesting in te halen kiest GroenLinks er voor om in de komende 4 jaar gemiddeld 200 woningen per jaar te bouwen. We zullen zoveel mogelijk in moeten zetten in een effectief volkshuisvestigingsbeleid. Als dat doeltreffend wordt, sluit GroenLinks zeker niet uit dat we daarna kunnen temporiseren op de 100 woningen per jaar die de Stichting Milieuzorg aangeeft als passender te vinden voor Zeist,.

Dank

Tot slot willen we iedereen bedanken die hieraan heeft meegewerkt. De insprekers, de collega’s in de Raad, het College en de ambtenaren die deze woonvisie hebben opgesteld en ook nog alles hebben verwerkt.