De fractie van GroenLinks Zeist is nadrukkelijk tégen de komst van een houtenergiestation (HES) in Zeist. Het plan voor dit station wordt door het bedrijf BioForte en het Zeister college geprezen als een unieke kans om Zeist duurzamer te maken. Maar is een HES duurzaam? Het antwoord is duidelijk nee. Onze fractie werd hierin bevestigd door professor Rudy Rabbinge van de gezaghebbende Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW).

BioForte heeft de gemeente aangeboden een houtenergiestation met warmtenet te bouwen naast de sporthal Dijnselburg. De warmte (en ook wat elektriciteit) wordt opgewekt door het verbranden van bos- en snoeiafval uit een straal van 50 km rond dit station. De energie wordt geleverd aan de Gero- en L-flat en aan het zwembad en de sporthal. De flats zijn echter onlangs gerenoveerd en hebben allebei een splinternieuwe HR-gasinstallatie. Deze kan niet worden ontmanteld omdat er een vangnet moet zijn als het HES onverhoopt uitvalt.

HES produceert méér CO2 en bovendien fijnstof

Volgens de ondernemer en het college wordt er per jaar 2.200 ton CO2 uitstoot bespaard door het HES. Dat is ongeveer dezelfde hoeveelheid als de gasinstallatie van de flats produceert. Maar stoot het HES dan geen CO2 uit? Jawel, en zelfs veel meer dan een gassysteem. In de houtstookbranche vindt men dat dit niet meetelt omdat het hout anders toch verrot in het bos waarbij dezelfde hoeveelheid CO2 vrijkomt als bij verbranding.

“Dat is een sprookje”, aldus KNAW professor Rudy Rabbinge tijdens een informatiebijeenkomst voor politieke partijen en belanghebbende omwonenden. Bij natuurlijk verval komt 10% tot maximaal 40% CO2 vrij. Bovendien is een groot deel van dit houtafval in het bos nodig om te voorkomen dat de bodem verschraalt. Een bijkomend nadeel van verbranding is dat er ook fijnstof vrijkomt. Hoe goed de filtering door het HES ook is, de uitstoot zal nooit nul zijn. En dat in een gebied dat al onder druk staat door de uitstoot van verkeer op de A28.

Volgens Rabbinge vraagt deze tijd ons om zo duurzaam mogelijk met alle grondstoffen om te springen. Dat betekent dat je éérst moet kijken of er een meer hoogwaardige bestemming is voor hout zoals in de papier- karton- , compost- of farmaceutische industrie. Hier is vraag  naar houterige biomassa als grondstof.  Maar door energiesubsidies wordt dit materiaal – soms over duizenden kilometers - weggesluisd naar biomassacentrales.

Gevraagd naar de keuze tussen een gasinstallatie en een biomassacentrale is Rabbinge helder: “kies gas, dat is weliswaar een ‘fossiele’ brandstof maar het verbrandt zeer schoon en met hoog rendement en produceert minder CO2 dan hout. En het hout kan dan op een hoogwaardiger manier worden benut.

Natuurlijk moet er hard worden gewerkt aan het vinden en toepassen van alternatieve energiebronnen, maar in het licht van het energieakkoord van Parijs is het onbegrijpelijk om te kiezen voor een oplossing die extra CO2 produceert. Onze afdeling bereidt op dit moment een raadsvoorstel voor om via een werkatelier te gaan werken aan een gemeentebreed plan voor duurzame energievormen zoals zon en wind.

Roel van Nieuwstadt