Wat is de huisvestingsverordening?

Op 1 januari 2024 is de aanpassing van de (landelijke) Huisvestingswet in werking getreden. Door die aanpassing kan de gemeente regels opstellen voor nieuwbouw koopwoningen tot een koopprijs van € 405.000. Vóór de aanpassing van de wet kon er alleen gestuurd worden op de sociale huurwoningvoorraad en de middenhuurwoningen.

Met de verordening kan de gemeente een vergunningplicht instellen en eisen stellen aan de vergunningverlening, net zoals dat bij sociale- en middenhuurwoningen nu al het geval is. Met de vergunningplicht kan de gemeente beter borgen dat (schaarse) nieuwbouw koopwoningen bij de juiste doelgroep terecht komen. Bij de verkoop van deze koopwoningen hebben de middengroepen nu weinig kans. Zij worden vaak weggedrukt door huishoudens met hogere inkomens. Met de nieuwe huisvestingsverordening kan de gemeente hierop ingrijpen en dus meer sturen op de woningvoorraad in Zeist.

Een jaar uitstel

Juist dit laatste punt was voor sommige partijen binnen de coalitie een brug te ver. Het belangrijkste pijnpunt voor VVD, D66 en ChristenUnie/SGP was het volledig uit de markt halen van nieuwbouw koopwoningen voor een specifieke doelgroep. De inkomensgrenzen voor deze doelgroep, die bepalen wie er wel of niet mag kopen (boven de inkomensgrens kom je niet in aanmerking van deze woningen), waren een struikelblok. De coalitiepartijen vinden het niet acceptabel dat door het stellen van grenzen andere kopers op de markt uitgesloten worden van deze nieuwbouw koop (tot € 405.000).

Het standpunt van GroenLinks en PvdA is altijd geweest dat met het stellen van een grens er inderdaad mensen buiten de boot zullen vallen, dat is nu eenmaal inherent aan het stellen van een grens. In de sociale en middenhuursector is dat niet anders. Maar een grens is in dit geval te rechtvaardigen: we sluiten namelijk de juiste mensen in, mensen die anders maar weinig kans maken op de koopmarkt.

GroenLinks en PvdA hebben vanaf het begin achter dit raadsvoorstel gestaan. Juist het sturen op de markt ten behoeve van een doelgroep die het nu zo lastig heeft, vinden wij de juiste weg voorwaarts. En dat vonden wij een jaar geleden ook al.

Compromis

Na vooroverleg met de coalitiepartijen - om te voorkomen dat we er na een jaar weer niet uit zouden komen - is er een compromis gesloten: 60% van de nieuwbouw koopwoningen wordt toegewezen aan de doelgroep en 40% gaat naar de markt. Daarnaast zijn de afzonderlijke inkomensgrenzen voor één- en meerpersoonshuishoudens gelijkgetrokken tot één inkomensgrens voor beiden (circa 89.000 euro). Dat levert een klein voordeel op voor gezinnen met één kostwinnaar.

Hadden we dit liever niet gedaan? Ja. Hadden we liever het oorspronkelijk voorstel aangehouden? Ja. Maar soms zit er niets anders op dan een compromis sluiten anders hadden we mogelijk met lege handen gestaan.

Met het compromis hebben we er nu voor gezorgd dat de verordening wordt ingevoerd. We zetten een stap in de goede richting. Of zoals ik het in mijn stemverklaring (tijdens de raadsvergadering) heb verwoord:

‘Met het compromis dat we nu gesloten hebben, gaan we sturen op de woningmarkt. En dat is ook precies de intentie van deze nieuwe wetgeving. We zitten in een woningcrisis en in tijden van crisis moet je soms lef tonen en nieuwe wegen bewandelen. En dat is wat we hier doen.

In de kern gaat het hier, en ik herhaal het nog maar een keer, om de verdeling van schaarste. Een schaarste die het gevolg is van jarenlang bewust beleid om de sociale huursector te verkleinen, ten koste van de middengroepen. Zij kregen en krijgen geen kans meer op een sociale huurwoning. Maar ook de vrije markt biedt deze groep geen uitweg. De consequenties voor de middengroepen zijn duidelijk: de sociale sector biedt geen toegang en de markt heeft gefaald.

Nu bieden wij deze groep de kleine kans om een eigen woning te bemachtigen. We trekken daarbij grenzen – inkomensgrenzen - en sluiten op die manier, met deze verordening de juiste mensen in. Dat vinden wij heel inclusief, heel terecht en heel sociaal. Dus: wij stemmen voor deze verordening. We kunnen niet wachten, laten we starten.’