De huidige verordeningen zijn vastgesteld in 2014. In de afgelopen jaren is de wetgeving echter op onderdelen aangepast, er zijn juridische uitspraken gedaan en er is ruime ervaring opgedaan in de praktijk. Om hierbij aan te sluiten en om de verordeningen wat overzichtelijker te maken, is er gekeken naar of bepaalde verordeningen in elkaar kunnen worden gevoegd. Dit betekent dat de jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning samen worden genomen. Deze twee regelingen willen vergelijkbare doelen behalen op het gebied van hulp en ondersteuning aan verschillende doelgroepen. De verordening sluit hierbij aan door invulling te geven aan één samenhangend proces in het sociaal domein met als vertrekpunt: ‘één individu of gezin, één plan’. De vraag staat centraal in één proces en er wordt gezocht naar verbinding op het gehele sociale domein. Deze Verordening Sociaal Domein kan op onderdelen worden aangepast of geactualiseerd. Het raadsvoorstel is daarmee een ontwikkeldocument; er wordt gezocht naar meer aansluiting bij de praktijk.

Op termijn moeten ook het leerlingenvervoer en de minimaregelingen aan deze verordening worden toegevoegd.

 

Het vrij besteedbare bedrag binnen het Persoons Gebonden Budget

In de huidige WMO-verordening van sommige gemeenten is opgenomen dat er een bedrag van € 250 vrij beschikbaar is. Dit is een bedrag dat je wel moet registeren wanneer je het uitgeeft, maar waarover niet uitgelegd hoeft te worden waaraan het is uitgegeven. In de Jeugdverordening is deze mogelijkheid er niet. Omdat er wordt gekeken naar één verordening, wil de gemeente hier één lijn in trekken en het vrij besteedbare bedrag afschaffen. Hier staat GroenLinks kritisch tegenover: het vrij besteedbare bedrag is ontzettend essentieel. Niet zozeer om af en toe een presentje te kunnen geven aan de zorgdragers, maar vooral om bijvoorbeeld reiskosten naar het ziekenhuis, telefoonkosten of andere onkosten te vergoeden. Zeist zou dan één van de gemeentes waar binnen het persoonsgebonden budget geen vrij besteedbaar bedrag zit. Hiermee wordt de ongelijkheid tussen gemeentes vergroot.

 

Aansluiten bij de praktijk door het vrij besteedbare bedrag

GroenLinks staat positief tegenover de inzet om de verordening overzichtelijker en begrijpelijker te maken. Ook is het belangrijk om de kwaliteit van de zorg die wordt ingekocht, te waarborgen en aan te sluiten bij de praktijk. Echter is GroenLinks kritisch op het afschaffen van het vrij besteedbare bedrag. De gemeente voert verschillende argumenten aan waarom het hier niet is: financiën, fraudegevoeligheid en andere regelingen worden benoemd. GroenLinks is niet overtuigd van deze argumenten.

Het vrij besteedbare bedrag kost geld, maar het gaat niet om enorme bedragen, want het is onwaarschijnlijk dat alle gebruikers van het persoonsgebonden budget hier ineens massaal gebruik van gaan maken. Bovendien kosten alternatieven voor de administratie ook geld: mensen die in aanmerking komen voor het persoonsgebonden budget, kunnen het overlaten aan een service die de gemeente biedt maar dat kost de gemeente ook geld. Daarnaast zijn vele sociale regelingen gevoelig voor fraude, maar uitgaves van het vrij besteedbare bedrag moeten worden geregistreerd. In theorie zou er kunnen worden gefraudeerd, maar in de praktijk zijn de uitgaves makkelijk na te zoeken, waardoor fraude niet voor de hand liggend is. Hoewel sommige pgb-houders inderdaad een beroep kunnen doen op andere regelingen, maar ook dat kost de gemeente geld en lang niet alle houders komen daar voor in aanmerking. Bij de ronde tafel waren twee insprekers aanwezig voor wie dit laatste het geval is.

 

Juist het invoeren van het vrij besteedbare bedrag, is aansluiten bij de praktijk. Laat dus iedereen de ondersteuning krijgen die nodig is en voeg het vrij besteedbare bedrag toe aan het Persoonsgebonden budget!