Aanleiding van het gesprek is zijn presentatie in juli van het werkplan voor het nationaal waterstofprogramma aan Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Jörg is directeur van het TKI Nieuw Gas van de Topsector Energie. Het werkplan is tot stand gekomen in samenwerking met een twintigtal (branche)organisaties en ca. 75 personen.

Voordat we echt beginnen vertelt Jörg over zijn tandemfietsen met zijn blinde fietsmaatje uit Den Dolder, maar het gesprek gaat al snel over waterstof, het verschil tussen grijze (fossiel opgewekte) en groene, duurzame waterstof. Met het uitschakelen van kolen- en gascentrales - de traditionele bronnen voor gegarandeerde elektriciteitsvoorziening - en de groei van variabele elektriciteitsproductie uit wind en zon is er behoefte aan grootschalige opslag van energie.

Nederland heeft op het gebied van waterstof grote ambitie, en staat daarmee net achter de kopgroep van landen op dit terrein zoals Japan, Zuid-Korea, China, VS en Duitsland. Het werkplan voor Nederland had als centrale vraag hoe waterstof in Nederland ontwikkeld kan worden. NL heeft het potentieel van een draaischijf voor waterstof voor Noordwest-Europa. Nederland heeft een unieke positie aan de Noordzee waar een enorm offshore-windpotentieel is en havens voor waterstof-import uit zonovergoten landen en de opvolgende distributie over de rivieren en wegen naar Duitsland.

Als we vervolgens op Nederland zelf inzoomen, dan lijkt er een kip en ei probleem te zijn met waterstof, zonder vraag geen aanbieders en infrastructuur. Maar, Jörg is uitgesproken positief over de kansen en mogelijkheden. Het vraagt wel commitment en grote inzet van partijen om die kansen voor waterstof in en vanuit Nederland ook daadwerkelijk te verzilveren. De kostprijs van groene elektriciteit zit al op het prijsniveau van kolencentrales, en door de stijgende prijs van CO2-emissierechten en de Urgenda-klimaatzaak lijken we op of al over een kantelpunt te zitten. Met de klimaatcrisis zijn alle Nederlandse partijen doordrongen van de noodzaak om vaart te maken met de energietransitie, ook omdat NL achterloopt in de EU.

Waterstof is geschikt in de (petrochemische) industrie en in zwaar transport, vooral vrachtvervoer en bussen voor de langere afstand. Zo zijn er in Nederland al zes waterstoftankstations en rijden er in Groningen en Den Haag al bussen op waterstof. In de provincie Utrecht lijkt waterstof ook van de grond te komen. De Utrechtse Economic Board (ECUB) werkt aan waterstof en in Nieuwegein is net een tankstation geopend dat binnenkort wordt aan gekoppeld aan zonPV-installaties.

Daarnaast zijn er ook demonstratieprojecten in de gebouwde omgeving, maar de vraag blijft hoe inwoners naar waterstof zullen kijken. Veiligheid moet gegarandeerd worden anders kan het tot weerstand leiden.. Dit moet goed ingebed worden in de maatschappij anders komt het niet van de grond.

Het gesprek had nog uren kunnen doorgaan, Jörg praat met veel passie over het onderwerp. Hij is ook al ruim tien jaar werkzaam op dit terrein. Maar Jörg gaat de volgende ochtend met de trein op vakantie en moet zijn koffers pakken. De afsluitende vraag of waterstof niet direct in de aardgasleiding gebruikt kan worden? Ja dat kan zonder meer; aan de gasleidingen zal het niet liggen. De grootste zorgen liggen in de woningen, achter de meterkast. Dat moet heel goed bekeken worden en vergt veel werk. Het moet te allen tijde veilig zijn!

Prachtig om te zien hoe Jörg zich zo inzet voor waterstof als belangrijke bijdrage aan de in Nederland dringend benodigde duurzame energietransitie.