Laura, wat was de reden voor het actualiseren van de woonvisie?
Laura: Voor de jaren 2016 tot 2020 was er een woonvisie opgesteld. Die moest afgelopen jaar worden geëvalueerd en geactualiseerd. Eén van de grootste vraagstukken, was dat nieuwbouwprojecten voor een derde moesten bestaan uit sociale huur en koop, een derde uit het middeldure segment en een derde uit het dure segment, maar bij nagenoeg alle projecten werd hier van afgeweken. Het was financieel vaak niet haalbaar. De goedkope woningen werden gecompenseerd met dure woningen, waardoor er een enorm gat in het middeldure segment ontstond. Het tweede probleem was dat ontwikkelaars ook sociale koopwoningen tot 200.000 euro neerzetten, maar daar kwamen mensen in te wonen die hun huis een jaar later met een ton winst konden verkopen. Je wilt graag dat huizen voor starters beschikbaar blijven. Dat waren twee prangende problemen, waarvoor het college naar oplossingen heeft gekeken. De woonvisie is met inspraak van verschillende groepen opgesteld en uitgewerkt. Van makelaars en ontwikkelaars tot inwoners, ouderen en het huurdersplatform. Hiervoor zijn diverse bijeenkomsten gehouden. Uitvoering van deze woonvisie wordt ook met deze groepen samen vormgegeven. Bijvoorbeeld op het gebied van wonen, zorg en welzijn, kunnen we goed gebruik maken van de inbreng van de ouderenbonden. Dus de woonvisie is met burgers en voor burgers gemaakt.
Falco: Ja, ik heb de oude woonvisie ook gelezen en het viel me op dat er door de vier speerpunten nieuwe accenten in de woonvisie zijn aangebracht.
Zouden jullie nog wat meer kunnen vertellen over de vier speerpunten van de woonvisie?
Laura: In de grote lijnen gaat dit over dat alle inwoners van de gemeente Zeist passend moeten kunnen wonen. Dat is in 2016 ook opgeschreven, maar dat geldt natuurlijk nog steeds. Het college van burgemeester en wethouders heeft hiervoor een focus aangebracht op vier speerpunten. Duurzaamheid is nu punt één. Dat staat nu bovenaan en daar gaan we mee aan de slag. Het tweede punt is dat wonen natuurlijk betaalbaar moet zijn. Het derde punt is de aandacht voor spoedzoekers, zodat de gemeente deze kwetsbare inwoners sneller kan helpen. Het laatste punt is wonen, zorg en welzijn, want door vergrijzing en uitstroom van kwetsbare doelgroepen, zijn er voldoende passende woningen nodig.
Hebben jullie een indicatie van hoe groot het probleem van spoedzoekers nu is?
Laura: Spoedzoekers zijn mensen met verschillende achtergrond en vraagstukken en geen eigen woning hebben. Het zijn bijvoorbeeld mensen die in een instelling wonen en daar wachten op een eigen woning, zoals de dak- en thuisloze opvang, beschermd wonen of een AZC. Het is lastig om de gehele omvang in beeld te krijgen, maar er is wel gebleken dat er tegenwoordig steeds meer scheidingen plaatsvinden. Soms moeten deze mensen gedwongen samen blijven wonen, omdat het heel lang duurt voordat er een andere woning wordt gevonden. We zien ook een toename in het aantal vechtscheidingen. In Zeist hebben we een echtscheidingsloket om ouders die over scheiden nadenken te helpen, maar het woonvraagstuk is daarin een belangrijke factor. Dus als je aan het CJG (het Centrum voor Jeugd en Gezin) vraagt wat ze nodig hebben, is het antwoord eigenlijk altijd huisvesting en woningen.
Het levert natuurlijk veel spanning op als je samen moet blijven wonen, terwijl je hebt besloten om uit elkaar te gaan.
Laura: Ja dit is een belangrijk aandachtspunt voor ons. Dit levert de nodige dilemma’s op. Je ziet bijvoorbeeld bij flats of woningen die gepland staan voor herontwikkeling, dat niet iedereen direct uit die woningen is vertrokken totdat de herontwikkeling kan starten. Dan gaan de woningen in de tijdelijke verhuur. Dit is een mooie oplossing voor spoedzoekers, maar vaak niet beschikbaar voor ouders met kinderen. Dit omdat deze vorm van tijdelijke verhuur, in feite anti-kraak, maar heel beperkt beschermd is. Zodra de plannen voor sloop gereed zijn, worden de tijdelijke contracten opgezegd. Garantie om alternatieve woonruimte is er niet. Voor ouders met kinderen wordt dat als onwenselijk gezien. Toch kan ook voor deze groep tijdelijke huisvesting een oplossing bieden. Niet als alternatief voor een permanente oplossing, maar als alternatief voor geen huis of de camping. Hierover gaan we met corporaties in gesprek.
Falco: Een mooie oplossing voor mensen die in afwachting zijn van een definitieve plek of oplossing.
Falco, wat vindt GroenLinks zo belangrijk aan de woonvisie? Waarom kunnen jullie je aansluiten bij de speerpunten?
Falco: Het feit dat duurzaamheid op één staat, is voor GroenLinks natuurlijk heel belangrijk. Daarnaast komen wij ook op voor betaalbaar wonen. Sociale huur is ons speerpunt, maar middeninkomens ook. De focus op middeldure woningen, sluit daarom ook goed aan bij ons gedachtengoed. Ook heeft GroenLinks altijd oog voor de kwetsbaren in de samenleving. Veel mensen kunnen voor zichzelf de zaken regelen, maar dat is niet voor iedereen het geval. De aandacht voor spoedzoekers is daarin ook heel belangrijk. Datzelfde geldt voor wonen, zorg en welzijn in de wijk. Wat mij daarin aanspreekt, is de aandacht voor het menselijke aspect van de wijk en de samenleving. Sociale cohesie en leefbaarheid van de wijk zijn ontzettend belangrijk. Ook draagt het bij aan zelfstandigheid: door mensen een passend huis in een passende omgeving te kunnen bieden, kunnen mensen zichzelf ontplooien. Daar ben ik allemaal erg enthousiast over!
Dat is dus wel een verbetering van de woonvisie hiervoor?
Falco: Ik wil natuurlijk niet zeggen dat de vorige woonvisie slecht was, dat was ook zeker niet het geval. De maatschappij verandert echter door de tijd heen. Dan is het heel goed om de woonvisie te updaten en keuzes te maken. Er staat heel veel in beschreven en alles behoeft aandacht, maar als je aan bepaalde actuele onderwerpen extra aandacht wilt besteden, is dat een goede zaak!
Laura: In gesprekken met de raad en de samenleving is ook naar voren gekomen dat een aantal punten nu extra aandacht behoeven. Huizen die worden gebouwd voor bepaalde groepen, moeten ook echt voor die groepen beschikbaar blijven. Eerder vertelde ik al dat er soms huizen werden opgekocht en met heel veel winst weer werden verkocht. Dan blijven die huizen niet beschikbaar voor de doelgroep. Daar heeft de raad ook meerdere motie over aangenomen. Er is toen gevraagd welke instrumenten we hebben om dit tegen te gaan. Ik ga als portefeuillehouder wonen namens het college nu aan de slag met een doelgroepenverordening waarmee we het sociale en middeldure huursegment in het bestemmingsplan borgen. Ook is er in deze woonvisie opgenomen dat er geen sociale koop meer wordt gebouwd, maar alleen nog sociale huur. Deze woningen borgen we het liefste bij de woningcorporaties.
Falco: Dat is wel een verbetering ten opzichte van de vorige woonvisie, want daar stonden heel veel mooie plannen in, maar dat kwam niet altijd van de grond. Dat probleem is in deze woonvisie goed geadresseerd! Er moeten ook nog een aantal dingen worden onderzocht, maar het is wel echt een verbetering en bouwt ook voort op de vorige woonvisie.
Wordt de controle vooral via de samenwerking met de corporaties gewaarborgd, of gebeurt dit op een andere manier?
Laura: als een ontwikkelaar een project gaat bouwen, moeten zij zich houden aan de differentiatie. Onder de veertig woningen mag er ook alleen in het middelduur segment worden gebouwd. Dat is verdeeld in vijftig procent laag middelduur segment (gemiddeld 950 euro huur per maand of gemiddeld €275.000 koop) en vijftig procent hoog middelduur segment (gemiddeld 1200 euro huur per maand of gemiddeld €375.000 koop). Zo hopen we dat een ideale mix en differentiatie ontstaat. Dus voor elk huis van 1100 euro, moet er een huis van 800 euro worden gebouwd. Als dan een ontwikkelaar toch kiest voor een differentiatie van sociaal, midden en duur, dan hopen we dat corporaties wel de woningen overnemen om te verhuren.
Falco: Ik denk dat die samenwerking met corporaties in deze woonvisie naar voren komt, maar dat was ook het geval bij de vorige woonvisie. De samenwerking tussen de gemeentes en de corporaties is altijd heel nauw geweest.
Laura: Ja, er is niet voor niets een samenwerking tussen corporaties, zij zijn onze belangrijkste partners voor sociale huisvesting. De gemeente en corporaties hebben bijvoorbeeld in de woonvisie als doel opgenomen dat er minimaal driehonderd sociale huurwoningen in 2025 zijn toegevoegd in Zeist. En we hebben afgesproken dat de corporaties maximaal gebruik maken van hun wettelijke 25% ruimte om woningen toe te wijzen aan speciale doelgroepen. Dus bijvoorbeeld aan bewoners van de kleine kernen, senioren, zorgwoningen, jongeren of via loting.
Wat gaan de inwoners van Zeist concreet merken aan de woonvisie? Dan ben ik vooral benieuwd naar mensen met een laag inkomen en starters.
Laura: Het zou fijn zijn als zij sneller een thuis kunnen vinden.
Falco: Ja, ook dat zij sneller een huis kunnen vinden dat bij ze past. Dat hopen we te bereiken.
Laura: Ik zou het ook mooi vinden als we een goede stap maken in het uitwerken van het begrip de vitale wijken.
Falco: Ja, dat is een mooie impuls. Het is fijn als mensen ervaren dat de leefbaarheid verbetert in de wijken. Dat vind ik mooi aan deze visie, dat de ingrepen zijn bedoeld om de wijk in het geheel te verbeteren. Ik ben heel benieuwd hoe dit in de praktijk tot uiting gaat komen. Die vitale wijken gaat voor mij ook om niet-bouwen. We moeten daar in samenwerken en kijken waar in Zeist plekken zijn waar mensen minder graag wonen. Bijvoorbeeld omdat ze die plek stil of saai vinden. Dan kunnen we daar oplossingen voor zoeken. Vollenhove Vitaal is een voorbeeld van een dergelijk project.
Laura: Kerckebosch is ook omgevormd tot een hele diverse wijk. Als het gaat over woningbouw, hebben we te maken met het feit dat er niet heel veel grond beschikbaar is in onze gemeente. Dat maakt de uitdaging groter, maar ik vind dat we in Zeist en zeker ook in de kernen wel vooruitgang boeken en mooie projecten realiseren!